donderdag 18 november 2010

Maffia

Deze week gaf ik een avond les aan professionals die zijdelings met borstvoeding te maken hebben. Een bijscholing. Van de 7 deelnemende vrouwen hadden er 4 kinderen. Eén had een een positieve ervaring met borstvoeding. De andere drie gaven aan dat ze er zo'n slechte ervaring ermee hadden dat ze dat dus nooit meer zouden doen. Eén was maar niet eens begonnen na alle ellende die ze ervan gezien had in haar omgeving, de andere 2 waren na enkele dagen huilend gestopt en er bij de 2e niet aan begonnen.

Dat vind ik op zich al een trieste score. Als borstvoeding zo leuk, makkelijk en goed voor de moeder- kindbinding is dan is het toch triest dat maar zo weinig vrouwen dat zo ervaren.

Maar minstens zo schokkend vond ik dat de rol van de lactatiekundige als heel naar ervaren was. Een deelneemster vertelde dat ze 2 jaar geleden zo ziek was dat ze dacht dat ze dood zou gaan, en met haar baby ging het ook niet goed. De lactatiekundige die 's avonds ongevraagd aan haar bed kwam vertelde haar streng (althans zo had ze het ervaren) dat ze toch wel 7 - 10 x moest kolven, waarvan 2 x 's nachts. Ze kon alleen maar huilen, zei ze. Doodziek en met bloedende tepels had ze besloten dat ze dat dus nooit meer ging doen.
En ook de andere vrouw had een dergelijke ervaring. Pijn was normaal, daar moest ze maar doorheen, en bloedende tepels hoorde er nu eenmaal bij in de eerste dagen.

Deze vrouwen hadden de zorg voor borstvoeding ervaren als volkomen voorbijgaand aan de zorg voor henzelf. De vraag 'hoe is het met jou, wat kun jij aan, wat wil jij' was niet voldoende gesteld. Misschien was het wel  gevraagd door de lactatiekundige, maar niet binnengekomen. De zorg voor 'de' borstvoeding was duidelijk als belangrijker overgekomen.

Ongemotiveerde moeders? Kennelijk niet. Want toen ik in de loop van de avond vertelde hoe borstvoeding werkt stonden de tranen in de ogen. 'Als ik dát geweten had', 'als die lactatiekundige me dat had uitgelegd', 'waarom kon ze me niet laten slapen en me dit dán vertellen?'.

Als beroepsgroep moeten we ons dit soort ervaringen denk ik aantrekken. Zorg voor borstvoeding is veel meer dan zorg voor melkproductie, babyzorg en babyvoeding. Zonder moeders geen borstvoeding.

Last week I gave a presentation for caregivers in a field where breastfeeding is a side-issue. Of 7 participants, all women, 4 had children. One had a positive experience, the other 3 described their experience as so bad that they would never try it again. One never even started after seeing the misery of the breastfeeding women amongst her family and friends. The other 2 had given up after a few days, and had not tried with a second child.


That in itself is a shocking score. If breastfeeding is so nice, easy and good for bonding it is sad that so few women experience that.



But at least as shocking was the role of the lactation consultant in their stories. One participant described in detail how 2 years ago she had been so ill she thought she would die, and her baby was not doing well either. Unasked-for a lactationconsultant came to her hospitalbed that evening and sternly (at least, that is how she remembered it) had told her that she had to pump 7-10 times a day, of which 2 x during the night. She said she could only cry. Very ill and with bleeding nipples she had decided she was not going to do that ever again.

The other woman had a similar experience. She was told that she just had to get through the pain, and that bleeding nipples were a normal part of the first days postpartum.


These women had experienced 'breastfeeding care' as in complete disregard for the care for them as women. The question 'how are you, how much can you handle, what do yóu want' had not been put strongly enough. Maybe it has been asked by the lactationconsultant, but it had clearly not registered. The care for breastmilk had come across much more strongly.



Unmotivated women? Apparently not. When during the class I explained the ins and outs of breastfeeding the two women who had tried to feed got tears in their eyes. 'If I had known thát', 'If the lactationconsultant would have explained that'. 'Why did she not let me sleep a bit and thén explain'?



I think we need to take stories like this to heart. Care for breastfeeding is much more than care for milkproduction, babyfood and babycomfort. Without the mothers no breastfeeding.

zondag 31 oktober 2010

Borstvoeding is emotioneel spul

Over borstvoeding wordt vaak in superlatieven gedacht en gepraat.
Aan de ene kant de insteek dat borstvoeding zo ideaal is dat het geen nadelen heeft. Aan de andere kant de groep die borstvoeding zwaar overdreven vindt, het heeft over de 'borstvoedingsmaffia', en alleen maar in kan gaan op pijnlijke tepels, hangborsten en melkvlekken.

De meeste vrouwen die ik zie in mijn dagelijks werk vallen in geen van beide categorieen. En voelen zich door beide uitersten tekort gedaan. Gewone moeders, gewone kinderen, gewone vaders. Die meestal echt wel weten dat borstvoeding het beste is voor hun kind. Maar die daarnaast aanlopen tegen de obstakels die ook borstvoeding met zich meebrengt. En die het idee van 'perfect' los kunnen laten.

Zoals de cliente die gisteren innig tevreden tegen haar al even tevreden aan de borst drinkende baby zei: 'ach, en af en toe wat junkfood is ook geen ramp toch'? Ze zei het zo ontspannen dat haar kind al drinkend een brede grijns terug gaf. Moeder en kind waren het eens. In dit gezin wordt het meestal bruin brood met gezond beleg, af en toe pannenkoeken en héél af en toe echt junkfood. En voor de meeste kinderen is dat denk ik een prima optie. De uitzonderingen met echte darmafwijkingen, allergieeen en dergelijke daargelaten.

Besturen om het besturen?

Since I am now also a member of the Elacta-board, I'll translate my blog into English. Please scroll down when interested.

Na een half jaar voorzitterschap valt me op dat besturen een wonderlijke bezigheid is. Regelmatig vraag ik me af wat ik nou eigenlijk aan het doen ben. Waar  bijvoorbeeld gáán die 10 mails per avond nou eigenlijk over.
Ze kosten tijd, ten koste van de was, van mijn hobby's, vriendinnen. Leveren ze ook iets op? Sommige niet natuurlijk. Gelukkig bestaat een deel uit vriendelijke of flauwe mailtjes over en weer binnen het bestuur. Heel belangrijk om het leuk te blijven vinden.
En die andere mails? En de overleggen met TNO, met het Platform Borstvoeding, met Stichting Zorg dan?

Het is verrassend moeilijk om het doel voor ogen te houden. Dat doel zou mijns inziens moeten zijn: zorgen dat de leden voordeel hebben bij lid zijn van de NVL. En niet: vergaderen om goeie maatjes te blijven met mevrouw of meneer x. Maar soms moet je goeie maatjes blijven met mevrouw x om over een jaar iets te bereiken voor de leden.

Ik hoop dat de regioavonden kunnen gaan helpen om de koers duidelijk te houden. Een beleidsplan is maar van papier. Ik hoor toch liever van leden zelf wat ze willen dat we bereiken.

Dus voor wie dit leest: laat je horen! Via mail, telefoon of regioavond.


Having been president for half a year now, I notice that managing an association is a strange thing to do. I frequently wonder what exactly is the use of what we are doing. What, for example, are those 10 or more emails per evening really about?

They take time. Time not spent on laundry, hobby's, friends. But do they pay off? Not all of course. Thankfully some are friendly joking exchanges between the boardmembers. Very important to make the job a joy.
But what about the other mails? And the meetings with TNO, Stichting Zorg voor Borstvoeding, het Platform Borstvoeding?

It is surprisingly difficult to keep an eye on the target. To me, that target should be: making sure our members derive benefit from their membership to the NVL. The target should not be: meetings mrs or mr. X in order to keep relationships friendly. And yet, sometimes you have to keep the relationship with mrs X good now, in order to achieve a desirable outcome for our members in a years time.

I sincerly hope our regional meetings will help to keep our course steady. We do have a written policy, but that is a piece of paper. It helps of course, but I would rather hear directly from our members what it is they need.

So if you read this: make yourself heard! By mail, phone or on the regional meeting.

vrijdag 11 juni 2010

Gluren bij de buren

In het kader van 'leren besturen' ben ik vandaag bij de Algemene Ledenvergadering van de KNOV gaan kijken. Een vereniging die letterlijk 10 x zo groot is als de NVL. En die dus een apart professioneel Bureau heeft, met een directeur. Met daarnaast een bestuur met voorzitter.

Fascinerend om bij te zijn. Heel herkenbaar en bij goed kijken toch behoorlijk anders.

Ook hier is de ALV geen discussie-moment maar een verantwoording van het bestuur naar de leden. Ik was eigenlijk wel verbaasd: er werd gestemd over besluiten, waarbij bleek dat de invulling van die besluiten voor de middag was ingepland in workshops. Kortom: de verwachting was dat er instemming zou komen, en de stemming leek een soort formaliteit. En er werd nauwelijks over gemopperd!

Maar daarachter blijkt een netwerk aan leden-raadpleging te liggen. Via regiogroepen, verloskundigenkringen, discussieavonden... Er wordt dus wel uitgewisseld, maar los van de ALV in kleinere groepen. En er is tweemaal per jaar zo'n ALV. De leden kunnen dus heel regelmatig zien  waar het bestuur van de KNOV mee bezig is.

Dat wordt een uitdaging, om met een fractie van de menskracht en het geld toch een structuur te vinden waarin discussie  mogelijk is. Zodat besluiten gedragen worden door de leden, en we echt een beroepsvereniging zijn. Leuk.

Bedankt KNOV, het was een leerzame ochtend.

dinsdag 1 juni 2010

Oh was ik maar...

Oh was ik maar accountant, coach, reisleider, computernerd, professioneel lobbyist, maar vooral oh was ik maar tekstschrijver. Of liever nog, hadden we al deze competenties maar in het NVLbestuur.

Vooral die tekstschrijver.
Communicatie op schrift is toch echt een vak apart. Neem nou die nieuwsbrief. We gebruiken 'm om snel te kunnen communiceren. Dus schrijf ik een stuk over het Partnerschap Borstvoeding. Te lang. Ingekort. Weer gelezen. Door de rest van het bestuur bekeken. Oké bevonden.

En dan lees ik het in z'n definitieve vorm en zie wat er niet goed aan is. Toch nog te lang. Een zin die niet loopt. En een die ronduit fout is:

"Herschrijven van de teksten vinden wij niet nodig..." Natuurlijk vinden we dat wel nodig! Alleen: niet door individuele NVL-leden. Laat degenen die verantwoordelijk zijn voor de teksten ook zorgen voor het herschrijven, op basis van wat wij aanleveren, bedoelen we. Maar ja... dat staat er niet.

Alleen al van zo'n zin kan ik wakker liggen.

zondag 30 mei 2010

Pfffff....

Vorige week kreeg ik een mailtje van Marga, de vorige voorzitter. Of ik 't nog wel leuk vond, want er komt zo veel tegelijk ineens!

Ja, het is veel. Ja, ik vind het nog leuk (heel leuk zelfs).
- Het Partnerschap Borstvoeding en de Multi-disciplinaire Richtlijn die ineens een vaart nemen. Waarin de NVL alleen zijdelings gekend werd, en waar we nu ineens hopelijk meer bij betrokken gaan worden.
- De nieuwe opleiding Lactatiekunde van Elly, waardoor de gewone contacten met de HU ook ineens geintensiveerd zijn.
-De BIG-registratie, waarvan we dachten op een dood spoor te zitten maar waar nu toch weer nieuwe informatie over vrij komt vanuit de leden. Zodat we gaan zoeken naar nieuwe manieren om onze zaak te pleiten.
-Het traject met het PRbureau, dat deze zomer straf door gaat werken zodat we rond september hopelijk een nieuwe uitstraling hebben. Maar waar we de hele zomer dus wel contact mee moeten houden.

Al met al meer dan de 8 uur per week die mij voorgespiegeld was. Eerder het dubbele momenteel. En daarnaast nog mijn gewone werk. Moeders en baby's met borstontsteking, een korte tongriem, te veel en te weinig melk en ga zo maar door. Heel goed om met beide benen op de grond te blijven. Want om die moeders en kinderen gaat het tenslotte uiteindelijk.
Ach, en dan tussendoor ook nog leren voor het examen. 26 juli mag ik weer na 10 jaar.

Voorlopig zal ik me niet vervelen geloof ik :)

zaterdag 29 mei 2010

M'n tweede vergadering

Gisteren de tweede 'echte' vergadering (skype is toch anders). We zijn een leuk team. Er wordt veel gelachen, stevig gediscussieerd, niet te lang afgedwaald en ieder heeft een eigen inbreng.

Puur!fct kwam de eerste ideeen presenteren. Nog in concept, nog niet voor publicatie helaas, maar wat inspirerend.

Ik heb me nooit gerealiseerd dat reclame maken zo'n leuk vak kan zijn. Want deze mensen verdiepen zich in de meest uiteenlopende ontwikkelingen. Nu weten ze meer over borstvoeding en lactatiekunde, maar hiervoor waren het windtunnels. En een klusbedrijf. En over die onderwerpen konden ze ook smakelijke verhalen vertellen.

Hoe twee mannen op basis van de input van de PR-commissie, het bestuur en hun eigen rondsurfen op internet binnen zo korte tijd zo goed de essentie van onze boodschap kunnen 'vangen' en weergeven. Indrukwekkend. Het leuke is dat met hun opzet wij weer inspiratie kregen voor nieuwe dingen. Folders voor andere beroepsgroepen, postercampagnes, ... er kan zo veel! Maar gezien de menskracht en de financiën gaan we rustig opbouwen. Een ding is duidelijk, de uitstraling van de NVL wordt professioneler en moderner. Heerlijk, dat verdienen we.

donderdag 27 mei 2010

Ik zie ik zie wat jij niet ziet

Lactatiekundigen zien zichzelf als borstvoedingsspecialisten. En zien borstvoeding als iets belangrijks, dat studie en kennis verdient. En 'de NVL' ziet zichzelf als de professionele vertegenwoordiging van die specialisten. Maar het beeld dat de buitenwereld heeft lijkt anders dan dat van onszelf.

De NVL is een nieuwe beroepsvereniging voor een nieuw beroep. En we worden nog niet altijd gezien als de specialisten. Nog steeds meer als 'de meisjes van de praktijk' zoals een van de andere bestuursleden het laatst verwoordde. Frustrerend soms, steeds weer uitleggen, toelichten en bewijzen waar je voor staat. Tijdrovend ook. Doe een stap te snel en je wordt weggezet als te fanatiek en 'niet mee samen te werken'. Het kost tijd, diplomatie en volharding. En een goeie dosis humor, om het leuk te blijven houden.

Een spel. Door kleine aanwijzingen duidelijk maken wat je bedoelt. Een hint hier, een suggestie daar. Ik zie ik zie wat jij niet ziet: borstvoeding is interessant, belangrijk, en met onze expertise erbij wordt borstvoeding leuker voor álle partijen.

En dan merk je dat we wel degelijk langzamerhand een voet tussen de deur beginnen te krijgen. Dat er beweging in zit. Dat de NVL steeds vaker gezien wordt als serieuze gesprekspartner. Dat is kostbaar.

dinsdag 25 mei 2010

Teamwork

Het zal best wennen zijn voor de 'oude' bestuursleden. Marga was 6 jaar voorzitter, en Marijke draaide ook al een behoorlijke tijd mee. En dan nu twee nieuwelingen. De inwerkperiode is voor beide partijen intensief. Gaat het klikken, komen we op een lijn, hoe communiceren we. Dingen die inmiddels automatisch gingen moeten ineens weer worden uitgelegd. En er wordt gevraagd naar vanzelfsprekendheden.

De eerste vergadering was spannend. En leuk. Een boeiend groepje, dat een groot deel van onze leden vertegenwoordigt. Twee uit de kraamzorg, twee ziekehuislactatiekundigen en een vrij gevestigde. Vroedvrouwen en JGZ ontbreken op dit moment.
De dag vloog voorbij. Veel gelachen, stevig gediscussieerd en zo veel mogelijk werk verdeeld.

Sindsdien is er gemaild. Een skypevergadering ter voorbereiding op de Platformvergadering. En nog meer gemaild.

Binnenkort de tweede fysieke vergadering. Er is weer veel te doen. De nieuwe opleiding Lactatiekunde en de HU, de PRcommissie met de plannen voor de website en het imago van de NVL, het Partnerschap Borstvoeding en onze rol er in.. De grote uitdaging is taken te delen met anderen binnen de vereniging. Niet alles zelf te willen doen (mijn grote valkuil, ik vind álles interessant...). Daarin heb ik nog veel te leren van de 'oude' garde. He tidee van een vereniging is ook dat je dingen samen doet, delegeert. Feitelijk delegeren de leden van de vereniging taken aan het bestuur, en dat bestuur delegeert weer terug. Geestig. En nuttig. En leerzaam.

maandag 24 mei 2010

Wat doet een voorzitter eigenlijk?

Eerlijk gezegd heb ik me pas de laatste maanden afgevraagd wat een voorzitter van een vereniging eigenlijk doet. Bij 'voorzitter' denk ik aan vergaderingen die beter of minder goed geleid worden. Maar voorzitter van een vereniging?

De boeken er maar eens op nageslagen. "Elke vereniging met een werkorganisatie van enige omvang heeft aan de top twee belangrijke posities: de voorzitter van de vereniging en de directeur van het bureau" * Goed, de NVL is dus kennelijk (nog) geen 'vereniging van enige omvang'. Maar in het vervolgstuk staat een interessant onderscheid. En wel dat  de voorzitter vooral intern bindend kan werken, maar ook juist een externe functie kan hebben. Duidelijk zichtbaar kan zijn, of op de achtergrond lobbyend actief.
De omschrijving die mij het meest lijkt te passen bij de NVL-voorzitter is die van 'zichtbare voorzitter uit de leden'. Het gaat er dan om dat "de voorzitter herkenbaar is als vertolker van de belangen van de branche en de identiteit van de branche belichaamt. ... Daarmee heeft deze voorzitter vaak een sterke bindende kracht". *

Dat spreekt me aan. Er zijn oneindige mogelijkheden om van mening te verschillen. Oneindige redenen om onderscheid aan te brengen. Ik weet dat er in het verleden, en misschien nu ook wel, soms sprake is van 'een tweede beroepsvereniging oprichten want déze ......(en de invulling van wat er niet deugt wisselt dan ook nog!). Maar zou dat het imago van 'de lactatiekundige' versterken? Als een zo jonge beroepsgroep met zo weinig leden het al niet eens kan zijn, waar sta je dan voor?

Ik hoop dat we het eens kunnen blijven in verscheidenheid. Dat we de diversiteit kunnen gebruiken als kracht. En dat ik als voorzitter een rol kan spelen in het bundelen van al die verschillen. Zodat we als lactatiekundigen één stem kunnen houden in alle overleg-organen waar borstvoeding de laatste jaren eindelijk mee kan praten.


* VM, tijdschrift voor VerenigingsManagement, p. 48 , #5, 2008

zaterdag 22 mei 2010

Wanneer wordt informatie roddel?

Sinds mijn start als voorzitter ben ik informatie aan het verzamelen. Wie doet wat, hoe werkt dit overleg, waarom is dat samenwerkingsverband er wel, en waarom dat andere niet?

En in dat proces praat ik met mensen. Inhoudelijk, maar ook persoonlijk. En achter al die organisatiestructuren zitten opvallend vaak menselijke verhalen. Situaties in het verleden die doorwerken in het heden hoewel vrijwel niemand er nog mee bezig is of van weet.

In een boek van Colette Dowling* las ik ooit het verhaal over het kapje van de ham. Zij vierde voor het eerst Thanksgiving met haar nieuwe vriend. En terwijl zij plechtig een stukje van de ham afsneed en dat apart legde vroeg haar vriend "waarom doe je dat"? Nancy antwoordde "zo doe je dat nu eenmaal", maar volgens haar vriend deed niemand anders dat. In dit gezin waren 3 generaties vrouwen aanwezig, dus de vraag werd gesteld aan de moeder van Nancy, die antwoordde "zo doe je dat", en dat zei ook oma. Pas na lang nadenken herinnerde deze oude dame zich dat háár moeder (de overgrootmoeder van Nancy dus) ooit een te kleine braadslee had gehad en dus altijd een stukje van de ham moest afsnijden. Dat werd in de familie het meest begeerde stukje. Dat was het gebleven. En niemand wist meer waarom.

Heel verhelderende verhalen komen boven tafel. En de kennis ervan kan leiden tot meer begrip en ook meer mogelijkheden in de communicatie. Maar wanneer wordt het uitwisselen van verhalen roddel? En wanneer wordt roddel achterklap? Wanneer ga je die grens over? Een afweging die ik op dit moment vaker moet maken dan ooit. Er is een glijdende schaal tussen informatie uitwisselen (feitelijk), roddelen (emotioneel) en kwaadspreken. Mijn leiddraad is dat ik alleen dingen wil zeggen (en horen) die de persoon waarover het gaat zou mogen en kunnen horen. Zodat ik iedereen in de ogen kan blijven kijken. En zodat alle kanten gehoord kunnen worden. Vaak betekent dat dat ik mijn nieuwsgierigheid moet bedwingen.

Ik wil graag weten hoe het zit met het kapje van de ham, dus daar beperk ik me toe. En zo geniet ik van de verhalen.

* Ik kan het boek van Colette Dowling niet meer in mijn kast vinden, het heet volgens mij Het Assepoester Complex. Dit is dus de versie van het verhaal zoals ik 'm me herinner.